14 november 2018
“Rust nieuwe gebouwen uit met een slim sturingsmechanisme voor het energieverbruik zodat ze grote schommelingen op het distributienet mee kunnen opvangen.” Dat zegt Kris Van Dingenen, technisch directeur bij Techlink, de federatie van technische installatiebedrijven.
Op jaarbasis zijn windenergie en zonne-energie momenteel goed voor ongeveer 7 procent van de Belgische stroomproductie. Op dagen met veel wind én zon loopt dat aandeel op tot een kwart van onze energiebehoefte. Maar omdat een slimme sturing van die energieproductie momenteel ontbreekt, loert de overbelasting van het energienet continu om de hoek. Kris Van Dingenen, technisch directeur bij Techlink, de federatie van technische installatiebedrijven: “Hernieuwbare energie wordt nu niet optimaal ingezet en dat is een gemiste kans. Technisch is het perfect mogelijk om de timing van een groot deel verbruikers af te stemmen op de hernieuwbare elektriciteitsproductie en de rest van die groene elektriciteit op te slaan en te bufferen voor een later tijdstip. Dat kan onder meer in een batterij, via thermische inertie in de vloer- of wandverwarming of via een buffervat.”
Energie uitwisselen met de buurt
De technieken voor smart buildings staan dan wel op punt, de markt en de wetgever zijn nog niet klaar voor de uitrol. Zo is het als ‘prosument’ (producent en consument) van energie vandaag enkel interessant om energie op te slaan voor eigen consumptie. De wet laat immers niet toe om energie door te verkopen aan je buurman. Kris Van Dingenen: “Nochtans verwacht ik dat hernieuwbare energie in de nabije toekomst steeds meer op wijkniveau uitgewisseld zal worden. Een andere hinderpaal voor smart buildings is dat er vandaag weinig tot geen marktpartijen zijn die de geïnjecteerde groene energie aan een interessante prijs opkopen.”
Slim sturen
Om een evenwichtige bevoorrading van hernieuwbare energie mogelijk te maken, ziet Techlink een cruciale rol weggelegd voor ‘net-actieve’ gebouwen. Dat zijn gebouwen die niet alleen hernieuwbare energie produceren en zoveel als mogelijk zelf consumeren, maar die ook uitgerust zijn met opslagcapaciteit en een slim sturingsmechanisme waardoor ze grote schommelingen op het distributienet mee kunnen opvangen: als de productie van hernieuwbare energie piekt, verbruiken ze een maximum aan elektriciteit of slaan ze de energie op voor gebruik op een later tijdstip.
Voordelig E-peil
Gebouwen die uitgerust zijn om het net uitgebalanceerd te bevoorraden met de geproduceerde hernieuwbare energie, moeten kunnen rekenen op een voordeel bij de berekening van hun E-peil, vindt Kris Van Dingenen: “Dankzij hun slimme sturing leveren zulke gebouwen de maatschappij een niet te onderschatten voordeel: doordat zij het net ondersteunen, moet de distributienetbeheerder minder snel dure infrastructuurwerken uitvoeren en dat is dan weer goed nieuws voor onze energiefactuur. Nu houdt die EPB-regelgeving louter rekening met het energieverbruik van een gebouw. Ook de mate waarin een gebouw energie kan bufferen en slim kan leveren, zou een doorslaggevend criterium moeten zijn om het E-peil te berekenen.”
Digitale meters
Een slimme sturing van net-actieve gebouwen kan niet zonder de invoering van de digitale meters. Kris Van Dingenen: “Eind oktober kondigde Vlaams minister van Energie Bart Tommelein aan dat de plaatsing van de digitale meters voor prosumenten wordt uitgesteld tot juli 2019. Die meters laten toe om via een aangepaste tarifering prosumenten financieel aan te moedigen om hun energie ofwel te stockeren ofwel vrij te geven, naargelang de behoefte. Op die manier vermijden we schommelingen op het elektriciteitsnet en verzekeren we de geleidelijke levering van hernieuwbare energie.”
Bepaal eerst energieconcept
Digitale meters, slimme sturingssystemen … De smart buildings van de toekomst vragen om een compleet andere benadering van het bouwproces, onderstreept Kris Van Dingenen: “Vandaag vertrekken architecten en bouwpromotoren nog te veel van een esthetisch ontwerp. Smart buildings vragen een andere aanpak: eerst moet het energieconcept voor het gebouw duidelijk zijn, onder meer in functie van de voorzieningen in de wijk. Eens dat vastligt, ontwerpt de architect rond die technische installaties een prachtig gebouw. De nieuwe stadswijk Nieuw Zuid in Antwerpen is ontworpen in functie van duurzaamheid en slimme technieken, met succes.”