15 maart 2018
Wie wil investeren in groene energie, maar niet wil inboeten in op uitzicht, legt zonnepannen op zijn dak: dakpannen of leien met geïntegreerde PV-cellen. Omdat het rendement wat lager ligt en de kostprijs hoger is, is de terugverdientijd wat langer.
Fabrikanten als Wienerberger, Smartroof en Eternit zien de vraag naar geïntegreerde zonnepanelen jaar na jaar stijgen. Sowieso kiezen meer en meer mensen voor zonnepanelen. Wie daarnaast een esthetische, onopvallende look verkiest, laat zonnepannen of -leien op zijn dak leggen. Meestal gaat het om leien, want dat vlakke formaat leent zicht beter voor BIPV (building integrated photovoltaic). De technologie is dezelfde als bij opbouwpanelen, enkel de bevestiging verschilt. Bij inbouwmontage wordt de dakbedekking op bepaalde plaatsen vervangen door de PV-panelen, die waterdicht worden afgewerkt.
Dirk Verbeeck, adviseur duurzaam bouwen bij Kamp C: “In vergelijking met klassieke PV-panelen zijn zonnepannen kleinere modules. Ze worden aan elkaar gelinkt tot één werkend geheel. Dat houdt ook in dat er meer installatietechniek nodig is op het dak. Al die verschillende dakpannen of leien moeten elektrisch met mekaar verbonden worden. Een aantal fabrikanten levert de zonnepannen ook als één module, de pannen zijn dan aan elkaar gelinkt tot een dubbele of viervoudige module.”
Vervangbaar
Eternit is al tien jaar bezig met geïntegreerde zonnepanelen. De producent biedt zonneleien en -pannen met monokristallijne zonnecellen aan die rechtstreeks op de panlatten worden gelegd. Bernard Glorie, productmanager Slates & Components: “Het grote voordeel is dat het paneel makkelijk vervangen kan worden. Bovendien kunnen de dakpannen of leien en de zonnepanelen in één beweging door dezelfde dakdekker geplaatst worden, je hoeft geen beroep te doen op een gespecialiseerde firma. Bij een probleem, bijvoorbeeld een lek, kan je ook bij diezelfde aannemer terecht.”
Handig is ook dat sommige fabrikanten hun zonnepan zo ontworpen hebben dat ze combineerbaar is met klassieke dakpannen of leien. Maar de meerwaarde van het geïntegreerde systeem is in de eerste plaats esthetisch van aard. “De meeste mensen kiezen voor onze zonnepannen omdat ze willen investeren in groene energie en tegelijk niet willen inboeten op het uitzicht van hun dak”, zegt Bernard Glorie. Bert De Schutter van het Kenniscentrum Energie van Thomas More haalt nog een mogelijk pluspunt aan: “Het zou kunnen dat sneeuw iets sneller van de panelen verdwijnt als het begint te dooien. Dat hangt echter voornamelijk af van de zoninstraling, en met de huidige isolatienormen zal de invloed van de temperatuur minimaal zijn.”
Vooral nieuwbouw
Heeft het systeem ook beperkingen? Dirk Verbeeck: “Het grootste nadeel is de meer ingewikkelde installatietechniek. PV-panelen worden doorgaans gegarandeerd voor twintig jaar. Dan hebben ze nog een opbrengst van 80 à 85 procent van de initiële opbrengst. Maar ook daarna blijven die PV-installaties energie opwekken. De levensduur van PV-panelen schatten we op dertig jaar. Dat is minder lang dan een dakbedekking meegaat. Bij Smartroof en Eternit kunnen de PV-elementen wel vervangen worden. Hopelijk blijft dat systeem de volgende dertig jaar op de markt.”
“Het grootste nadeel is het kostenplaatje”, meent Bernard Glorie. “Omdat de zonnepanelen perfect moeten passen in het dak, werken we met een aluminium frame. Daardoor heb je meer kosten aan materialen dan bij opbouwzonnepanelen. Onze Solesia-pannen en -leien komen ook vooral in aanmerking bij nieuwbouw. Bij renovatie is het enkel interessant als je je volledige dak wil vernieuwen. En bij een plat dak hebben zonnepannen natuurlijk weinig zin.”
Lager rendement
Het rendement van zonnepannen ligt ook lager. Bert De Schutter: “Omdat er geen luchtstroming rond en onder de panelen is, zal de temperatuur tijdens zonnige en warme dagen sterk stijgen, waardoor het rendement van de panelen afneemt.” PV-panelen hebben een ideale bedrijfstemperatuur van zo’n 26°C. De klassieke montage, waarbij de PV-panelen los van het dak staan, laat verluchting en dus koeling onder de panelen toe. Dat is met geïntegreerde panelen niet altijd het geval. Zeker in combinatie met dunne-film-technologie gaan de rendementen daardoor wat kleiner worden. Die techniek is minder rendabel dan de meer klassieke panelen die samengesteld zijn uit mono- of polykristallijne cellen.
Bernard Glorie maakt daar een kanttekening bij. “Het klopt dat het belangrijk is dat er verluchting is, maar die hoeft niet direct onder het zonnepaneel te lopen. Als een dak correct wordt gelegd, is er nog altijd verluchting tussen het onderdak en het dak zelf.”
Het vermogen van de verschillende zonnepannen op de markt varieert van 75 tot zo’n 166 wattpiek (Wp) per vierkante meter. “Dat is de opbrengst die de module maximaal kan opleveren”, zegt Dirk Verbeeck. “Een klassiek paneel heeft een vermogen van zo’n 185 Wp/m2. Beduidend meer dus. Dat is onder meer te wijten aan die dunne-film-technologie. Daar staat tegenover dat de prijs van dunne-filmpanelen wat lager ligt. Ze hebben ook wat minder last van het effect van beschaduwing. Bij de klassieke mono- of polykristallijne cellen heeft één minder beschenen paneel immers invloed op de hele installatie.”
Grotere investering
De lagere opbrengsten maken de terugverdientijd van zonnepannen langer. Het totale kostenplaatje hangt uiteraard af van de oppervlakte van je dak, de ligging en hellingsgraad … Maar over het algemeen zijn zonnepannen een grotere investering dan opbouwzonnepanelen. Dirk Verbeeck: “Prijzen variëren natuurlijk van fabrikant tot fabrikant, maar voor een type zonnepannen of -leien voor een installatie van 40 vierkante meter kun je rekenen op 20.000 à 25.000 euro, of 500 à 625 euro per vierkante meter, plaatsing inbegrepen. Voor klassieke monokristallijne panelen betaal je 200 à 400 euro per paneel (zo’n 133 tot 266 euro per vierkante meter), voor polykristallijne (met iets langer rendement) gaat het om 150 à 300 euro per paneel (zo’n 100 tot 200 euro per vierkante meter). Voor de installatie moet je er nog zo’n 15 procent bij rekenen. Kies je voor zonnepannen, dan spaar je natuurlijk wel dakbedekking uit, maar een installatie met zonnepannen of -leien blijft toch duurder dan een klassiek dak met opbouwpanelen.”
Volledig zonnedak
Een wat afwijkend idee van zonnepannen is wat de firma Izen op de markt brengt als het Entegre-zonnedak. Dat is vergelijkbaar met zonnepannen, maar wel in een groter formaat. De panelen worden gemonteerd op de pannenlatten en kunnen het hele dak bedekken. Hier ligt het rendement op 142,68 Wp/m². Nog altijd wat minder dan een klassiek paneel dus.