CircuS-traject: Herselt aan het woord

Vandaag spreken we met Stijn Vanhulsel, diensthoofd Grondgebiedzaken van Herselt. Zij onderzoeken momenteel de mogelijkheid om de uitvoeringsdiensten te verhuizen naar een bestaand pand in een KMO-zone.

Wat is de voornaamste reden om jullie uitvoeringsdiensten te verhuizen naar een pand in de KMO-zone? 

Er zijn verschillende redenen. Ten eerste willen we de veiligheid van de schoolomgeving verbeteren, aangezien de huidige locatie van de uitvoeringsdiensten vlakbij een school ligt. Daarnaast kampen we met plaatsgebrek. Tot slot is dit een unieke kans om de diensten te verhuizen naar een eigen locatie, die beter aansluit bij onze noden. 

Welke voordelen zien jullie in de herbestemming van een bestaand industrieel pand in plaats van een nieuwbouw? 

Een belangrijk voordeel is dat het bestaande pand al vergund is, waardoor we de bestaande structuur kunnen hergebruiken. Dit maakt het mogelijk om duurzamer om te gaan met de materialen die al aanwezig zijn. Door slim om te springen met wat er is, vermijden we onnodige verspilling. 

Wat gebeurt er met het huidige pand van de uitvoeringsdiensten? 

We willen zoveel mogelijk materialen uit het bestaande gebouw recupereren en hergebruiken in het nieuwe pand. Hierdoor minimaliseren we afval en geven we materialen een tweede leven. De vrijgekomen locatie zal later een nieuwe invulling krijgen. 

Hadden jullie al ideeën over duurzaamheid en circulariteit voordat jullie aan het CircuS-traject begonnen? 

We hadden zeker al ideeën en een soort droomscenario voor ogen, maar het CircuS-traject helpt ons om realistisch te blijven binnen het beschikbare budget. De begeleiding geeft ons waardevolle inzichten in hoe we circulaire principes op een haalbare manier kunnen toepassen. 

Wat zijn de grootste uitdagingen tijdens de realisatie? 

Het budget is zonder twijfel een van de grootste uitdagingen. Daarnaast vraagt het projectmanagement veel aandacht, omdat we een lange termijnvisie moeten hanteren. We moeten nu al nadenken over hoe het gebouw over 30 tot 50 jaar nog steeds functioneel en relevant blijft. 

Welke uitdagingen zien jullie bij het hergebruik van de bestaande structuur? 

Het pand is al oud en moet aangepast worden aan de hedendaagse normen en regelgeving. Dat is geen eenvoudige opgave. Tegelijk willen we een aangename, moderne en functionele werkplek creëren voor onze medewerkers. 

Jullie zetten in op hernieuwbare energie en waterrecuperatie. Waarom is dat belangrijk voor Herselt? 

Duurzaamheid is vandaag een absolute prioriteit. Als gemeente willen we een voorbeeldfunctie opnemen en tonen dat hernieuwbare energie en waterrecuperatie standaard zouden moeten zijn. Daarnaast zien we dit als een kans om een educatief project op te zetten waarin we landbouwers en inwoners betrekken bij de realisatie. 

Herselt is een kleinere gemeente. Hoe voelt het om een voortrekkersrol op te nemen? 

We zijn trots op wat we doen, maar we willen realistisch blijven. We kijken vooral uit naar de uitvoering van het project en hopen dat de resultaten ook andere gemeenten kunnen inspireren. 

Wat zijn jullie verwachtingen van het CircuS-traject? 

Onze grootste verwachting was om begeleiding te krijgen van Kamp C doorheen het volledige proces. Na twee sessies kunnen we zeggen dat die begeleiding onze verwachtingen zelfs overtreft. We krijgen stap voor stap inzicht in hoe we onze ambities kunnen vertalen naar concrete plannen en hoe we de juiste tools kunnen gebruiken om een sterk programma van eisen op te stellen. 

Heeft de toelichting over de GRO-tool jullie geïnspireerd? 

We waren nog niet bekend met de GRO-tool, maar het heeft zeker interessante inzichten opgeleverd. Het helpt ons om over bepaalde keuzes in discussie te gaan en dieper na te denken over de verschillende duurzaamheidsaspecten van ons project. 

Welke thema’s uit de tool springen er voor jullie uit? 

Voor ons is het hergebruik van materialen een belangrijk thema, net als het ontwerpen van gebouwen die toekomstbestendig zijn. Die lange termijnvisie is cruciaal voor ons project. 

Hebben jullie al inzichten opgedaan door te luisteren naar de projecten van andere gemeenten? 

Absoluut. Het is inspirerend om te zien hoe elke gemeente met een ander project aan de slag gaat. Door ervaringen te delen, krijgen we nieuwe ideeën en ontdekken we hoe bepaalde oplossingen ook in ons project kunnen passen. 

Tijdens de sessie kregen jullie een rondleiding in ’t Centrum en een case van WEST Architectuur. Wat zijn jullie belangrijkste lessen? 

’t Centrum is één grote inspiratiebron. De indeling, het materiaalgebruik en innovatieve technieken zoals de waterzuivering via de groene gevel geven ons veel stof tot nadenken. De case van WEST Architectuur onderstreepte hoe belangrijk het is om een helder lastenboek op te stellen en transparant te zijn over budgetten. 

Jullie onderzoeken de mogelijkheid van een energiecoöperatie. Hoe zien jullie die rol? 

We hebben nog geen concrete invulling, maar gezien de beschikbare oppervlakte van het pand willen we dit verder onderzoeken. Een energiecoöperatie kan een manier zijn om de energievoorziening van het gebouw te verduurzamen en de inwoners van Herselt toegang te geven tot betaalbare energie. 

Hoe willen jullie de site vergroenen? 

De locatie ligt in een KMO-zone, maar we hebben als gemeente gevraagd om een groot aandeel groen te behouden. Onder andere omdat het perceel grenst aan andere bestemmingsgebieden. De zone die we innemen is grotendeels verhard, dus we nemen onthardingsmaatregelen om de impact te verminderen. Dit is niet evident, maar niet onmogelijk. 

Hoe zorgen jullie ervoor dat het gebouw toegankelijk en inclusief is? 

In een industrieel pand is dit niet vanzelfsprekend. Inclusief wilt voor ons zeggen dat we digitaal toegankelijk zijn, maar dat we ook voor mensen die niet digitaalvaardig zijn onze dienstverlening moeten garanderen. Ook het fysieke aspect is belangrijk: het pand is sowieso toegankelijk voor minder mobiele personen. Dat is iets waar wij als gemeente Herselt voor willen staan. 

Wat hopen jullie nog te leren in de rest van het traject? 

Voor ons wordt het nu belangrijk om methodes aangereikt te krijgen waarmee we een gedetailleerde kostprijsberekening kunnen maken. Dit helpt ons om het project correct voor te stellen aan het bestuur en te integreren in het nieuwe meerjarenplan.