Kamp C in 't kort
Kamp C wil de bouwsector helpen om te verduurzamen. Op Kamp C ontdek je tal van inspirerende demonstraties en kan je advies en opleidingen volgen. Werk samen met onze community aan de duurzame oplossingen van de toekomst.
Experts leggen kansen en knelpunten van ’t Centrum bloot
Het startschot voor de aanbesteding van het 100 procent circulaire kantoorgebouw ’t Centrum is gegeven. Maar welk circulair financieringsmodel leent zich het best om de bouw te realiseren? En hoe maken we van het gebouw een inspirerend en gezond toonbeeld van circulariteit en flexibiliteit? Die vragen legde Kamp C op 12 juni voor aan een panel van experts.
Circulair bouwen is vandaag nog pionierswerk. Wereldwijd zetten voortrekkers de eerste stappen in die grensverleggende bouwpraktijk. Ook Kamp C. Door het eerste circulaire gebouw in België neer te zetten, wil Kamp C samen met de bouwsector aan den lijve ondervinden op welke muren het circulaire bouwen vandaag nog botst, en hoe we die obstakels weg kunnen werken. Cruciaal daarbij is samenwerking over alle echelons en schotten heen: met bouwheren, partners, architecten, experts, projectontwikkelaars …
Ter voorbereiding van dat innovatieve traject verzamelde Kamp C op 12 juni alle stakeholders rond de tafel. Experts gaande van vastgoeddienstverlener Bopro tot afvalstoffenmaatschappij OVAM en van de VUB tot OSAR Architects deelden hun visie op drie aspecten:
- de financiering van het gebouw;
- de inhoud, ambities en doelstellingen van de aanbesteding;
- de vormgeving van het proces.
Alternatieve financiering
Voor de financiering van de bouw van ’t Centrum verkent Kamp C drie verschillende modellen:
- Investering: een traditionele overeenkomst tussen een opdrachtgever die investeert en een opdrachtnemer die levert.
- Van eigendom naar gebruik: de producent blijft eigenaar, Kamp C huurt het product voor een bepaalde periode, bijvoorbeeld voor de levensduur van een gebouw. Of: Kamp C betaalt de leverancier per geleverde dienst, bijvoorbeeld het gebruik van een lift.
- Participatie: een derde partij participeert in het project. Bijvoorbeeld: de partij die het restaurant wil uitbaten investeert 1 miljoen euro om die dienst gedurende twintig jaar te mogen verlenen.
De experts legden de drie financieringsmodellen op de rooster en distilleerden er de belangrijkste pro’s en contra’s uit. Een investering mag dan wel veilig en bekend terrein zijn, met een duidelijk eigenaarschap en juridische verantwoordelijkheid, op termijn levert het een minder circulair gebouw op. Bovendien valt het leerproces rond alternatieve financiering weg.
Een circulaire financiering waarbij Kamp C het gebouw of de geleverde diensten – het gebruik van licht – huurt, heeft als voordeel dat de leverancier betrokken blijft en garant staat voor de kwaliteit van het gebouw. Tegelijk stimuleert deze financieringsvorm nieuwe en innovatieve toepassingen. Een belangrijke kanttekening is wel dat het juridisch en verzekeringstechnisch moeilijk is, maar daarin kan een Circular Economy Service Company (CESCo) tegemoet komen. In een CESCo besteedt de eigenaar of gebruiker van een gebouw het beheer van (een onderdeel van) het gebouw uit aan een externe partij.
Het model van participatie maakt het dan weer mogelijk om synergieën en ketensamenwerking te creëren, waardoor het engagement, de inhoudelijke expertise en het budget van alle partijen samen exponentieel toeneemt. Dat is de ideale voedingsbodem voor innovatie. Aan de andere kant blijven ook in dit model de verzekeringen en de verantwoordelijkheden een groot vraagteken.
Ambitieuze aanbesteding
Bij de aanbesteding van ’t Centrum vertrekt Kamp C van vier ambities:
- Circulariteit: een circulair bedrijfsgebouw in realisatie, gebruik en beheer waarin alle betrokkenen worden gestimuleerd om circulair te werken, bouwen en ondernemen.
- Flexibiliteit: een toekomstbestendig gebouw dat in functie aanpasbaar is tijdens de levensduur.
- Gezondheid: voorzien in een gezonde en comfortabele omgeving die een gezonde levensstijl stimuleert.
- Imago: een inspiratiebron zijn voor alle belanghebbenden.
Jonathan Verdonck van Kamp C: “We zoeken een balans tussen flexibiliteit en openheid aan de ene kant, en concreetheid en meetbaarheid aan de andere kant. Die evenwichtsoefening toetsten we op 12 juni af met onze partners en dat leverde enkele interessante inzichten op.”
Zo onderstreepten de experts dat de aanbesteding open en transparant moet verlopen en dat de prestaties tegelijk meetbaar moeten zijn. Een ander belangrijk aandachtspunt is dat het project niet stopt wanneer het gebouw is opgeleverd: het moet mogelijk zijn de functie en invulling te veranderen in de loop van zijn levensduur. De kunst zal erin bestaan de balans te vinden tussen comfort en circulariteit. Daarbij mogen we ook lowtech-oplossingen niet uit het oog verliezen.
Mobiliteit = werkpunt
Een andere expert wees erop dat de locatie van ’t Centrum, de site van Kamp C in Westerlo, een knelpunt is. Mobiliteit is met andere woorden een werkpunt.
Innovatief proces
Kamp C vult ook het aanbestedings- en bouwproces van ’t Centrum compleet anders in. Jonathan Verdonck: “We willen samenwerken met een consortium van bouwpartners volgens het Rijnlandse model, waarbij consensus en samenwerkingsbereidheid vooropstaan. Dat model vereist openheid van alle belanghebbenden en een vertrouwen in vakmanschap. Waar moeten we op letten? Hoe kunnen we in goede verstandhouding samenwerken? Die vragen legden we voor aan onze stakeholders.”
Een van de experts wees op het belang van ‘samen’ doen. Dat leidt tot betere resultaten en inzichten. Aangezien de Belgische bouwmarkt vrij conservatief is, is het belangrijk om de tijd te nemen om het vertrouwen van de sector te winnen. Minstens even belangrijk is een open communicatie, ook naar de buurt en alle stakeholders.
Consortium
Tegelijk peilde Kamp C naar de visie op het consortium dat het bouwtraject zal realiseren. Welk soort consortium leent zich het best voor dit project: groot vs. klein, innovatief vs. traditioneel, Vlaams vs. Nederlands?
De experts pleitten voor een breed consortium: kies niet één aannemer, maar breng meerdere specialisaties samen om kennis te vergroten. Een publiek-private samenwerking (pps) is geschikt om in de plaats van een product een prestatie voor meerdere jaren op te vragen. Zo gaan bouwers op langere termijn denken en dat komt de circulariteit en duurzaamheid van het gebouw ten goede.