23 november 2018
Siemen Brinksma is studentonderzoeker aan de Universiteit Maastricht (UM). Hij studeerde af als bachelor International Business bij UM in 2017. Na een eerste werkervaring, ging hij voorbije zomer als onderzoeker aan de slag voor het ENLEB-project. In december eindigt zijn opdracht en vertrekt Siemen op wereldreis.
Waarom wilde je meewerken aan ENLEB?
Siemen: “Het project wil woningen in Vlaanderen en Nederland verduurzamen samen met de bewoners. Hierbij ligt de focus op co-creatie en zelfvoorzienendheid, zodat de woning energieneutraal blijft ook al verandert de woning van eigenaar.
Via een jobadvertentie kwam ik terecht bij het project en ik stelde mezelf meteen kandidaat. De komende 20 jaar zullen cruciaal zijn om te bepalen of we als mensheid gaan voortbestaan op een aarde zoals we die al duizenden jaren kennen, of dat we deze drastisch gaan veranderen met alle gevolgen van dien. Ik wil graag deel uitmaken van de oplossing, niet van het probleem. Naast mijn onderzoek ben ik daarom ook actief als vrijwilliger bij een milieuorganisatie in Maastricht waarbij onder meer projecten rond zonnepanelen worden gevoerd. Voor mij is duurzaamheid, niet alleen in de bouwsector, maar op alle fronten enorm belangrijk.”
In het project voeren enkele partners een onderzoek naar woningen waarbij ze zowel naar het bouwkundige als sociale aspect kijken in Vlaanderen en Nederland. Wat was jouw taak hierin?
Siemen: “Als studentonderzoeker maakte ik een beschrijving van de wijken en het woningaanbod in Vlaanderen en Nederland waarbij ik heb gekeken naar bijvoorbeeld de verhouding eigenaren/huurders, het opleidings- en inkomensniveau, leeftijd van de bewoners, aantal kinderen per huishouden, enzovoort. De verzamelde informatie bracht ik samen in een handige tool die voor iedereen bruikbaar is. Zo kan onder andere een bewoner, ambtenaar of energiecoöperatie in één dag een beeld krijgen van hoe een bepaalde wijk in elkaar zit.”
ENLEB is een project met zowel Nederlandse als Vlaamse partners, wijken en demonstratiewoningen. Leidde dat tot problemen?
Siemen: “De grootste moeilijkheid is de wijze waarop beide landen omgaan met het beheer van informatie. In Vlaanderen is er veel meer vrijheid in de bouwwijze en stijl. Bewoners hebben een grote keuzevrijheid en zijn minder gebonden aan richtlijnen en regels dan in Nederland. Hierdoor is bebouwing in Vlaanderen minder gestructureerd en worden databanken vaak pas achteraf aangevuld. In Nederland zijn de regels vaak van tevoren al heel duidelijk en dat leidt tot veel meer structuur in de beschikbare data. Verder is er in Nederland ook simpelweg meer data beschikbaar.”
Ben je er toch in geslaagd om de nodige informatie te verzamelen?
Siemen: “Ja, door mijn verwachtingen bij te sturen en dankzij de kennis van de partners. Ik startte aan het project met de idee dat de informatie die ik gevonden had voor Nederland in Vlaanderen ook beschikbaar zou zijn. Al snel bleek dat niet zo te zijn. De info die ik vond over Nederlandse woningen was soms niet aanwezig voor Vlaanderen en omgekeerd. Zo kwam ik tot de conclusie dat ik mijn verwachtingen moest bijstellen. Ik ging terug naar de kern van het project om uit te zoeken welke informatie noodzakelijk was, en welke bijkomend om wijken te bestuderen. Via deze methode lukte het me om toch voor beide regio’s een goede tool te ontwikkelen.
Bovendien had ik het geluk om beroep te kunnen doen op de expertise van de Vlaamse partners. Zij reikten me de informatie aan die ik als Nederlander niet meteen vond.”
Heb je tips voor andere projecten of organisaties zodat zij niet tegen hetzelfde probleem aanlopen?
Siemen: “Sta open voor de eigenheid van verschillende regio’s of landen en probeer niet verschillende regio’s met dezelfde aanpak te benaderen. Het probleem van de informatiebeschikbaarheid heeft me veel moeite en tijd gekost.”
Wellicht ben je op gelijkaardige lopende projecten gebotst. Zie jij een manier om gelijkaardige projecten meer te laten samenvloeien?
Siemen: “In alle Europese projecten is al heel wat ervaring en kennis beschikbaar. Die zou eenvoudig met anderen gedeeld moeten worden, bijvoorbeeld via een online platform.”
Wat zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek?
Siemen: “Tijdens mijn onderzoek leerde ik dat statistieken niet altijd leiden tot een correct beeld. Neem als voorbeeld de verdeling tussen woningeigenaren en huurders. Voor een bepaalde wijk vond ik dat die verhouding uit 75% huurders bestond en 25% eigenaren. De huurders zaten echter verdeeld over twee grote appartementsblokken terwijl de woningeigenaren zich aan het andere deel van de straat bevonden en woonden in huizen. Zulke bevindingen kunnen de slaagkans voor de aanpak van verduurzaming en samenwerking met bewoners vergroten. Huurders hebben immers andere mogelijkheden dan eigenaren. Je moet je aanpak dus afstemmen op die verdeling en er niet van uitgaan dat één aanpak werkt voor een ganse wijk.”
Hoe kan het partnerschap verder aan de slag met jouw onderzoek?
Siemen: “In het project ontwikkelen de partners een menukaart. Die menukaart zal hulp bieden aan iedereen die woningen wil verduurzamen, samen met anderen. Dat zijn voornamelijk bewoners, maar ook gemeenten en bedrijven kunnen ermee aan de slag. De resultaten uit mijn onderzoek dragen bij aan de vorming van een aanpak. Dankzij mijn onderzoek kunnen bewoners samen met anderen stappen ondernemen om meerdere woningen te renoveren, waardoor er op tijd en geld kan worden bespaard.”
Wat zouden jouw volgende stappen zijn als er geen limiet stond op tijd en geld?
Siemen: “Ik zou dieper willen ingaan op het samen met anderen verduurzamen. Hoe kunnen bewoners samen aan de slag gaan en hoe kan een project hen daarin ondersteunen. Daarbij denk ik aan bijvoorbeeld samen energie opwekken en consumeren in wijken die dicht bij elkaar gelegen zijn. Zo worden bewoners onafhankelijk van het net. Volgens mij is dat de toekomst. Elke woning individueel verduurzamen, neemt te veel tijd in beslag. Zeker wanneer er weinig standaardisatie is in het woningbestand zoals in Vlaanderen het geval is.”
Nog een laatste tip?
Siemen: “Zorg ervoor dat je start met een helder beeld van het project en wat de belangrijkste doelen zijn. Probeer zo snel mogelijk alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Daarnaast leerde ik dat een wijk verduurzamen een proces van lange adem is. Je hebt heel wat betrokken personen en organisaties die moeten samenwerken.”