27 september 2021

De provincie Antwerpen brengt sinds dit jaar het energieverbruik van alle gebouwen in kaart aan de hand van energierapporten. Wim Van Acker, energie- en kwaliteitsverantwoordelijke bij het departement logistiek, legt uit hoe ze het aanpakken. Hans Vannuffelen, projectverantwoordelijke bij Kamp C, geeft tips hoe je dit als bedrijf, lokaal bestuur of particulier in de praktijk kunt omzetten in jouw organisatie of bij jouw thuis.
Waarom wil de provincie Antwerpen organisatiebreed communiceren over de energieverbruiken?
Wim: “Energiebesparing is iets waar iedereen zijn steentje aan kan bijdragen en dat zal in de nabije toekomst ook nodig zijn. Om besparingsdoelstellingen te halen, moet er op verschillende vlakken gewerkt worden. We onderscheiden hierin drie grote blokken, namelijk investeringen, optimalisaties en aangepast gedrag. Als je dus actie verwacht van heel de organisatie, heeft heel de organisatie ook recht op feedback over hun acties. Zo hopen we ook de betrokkenheid van eenieder te verhogen.”
Is het moeilijk om alle info van de verschillende gebouwen te verzamelen? In het verleden, maar ook permanent.
Wim: “Dit is zeker niet zo evident. Dit is vaak moeilijk te begrijpen voor iemand die er niet mee bezig is. Het lijkt allemaal heel eenvoudig, maar in de praktijk toch een hele uitdaging. Energieopvolging en rapportering doen we al een hele tijd en dit voor al onze gebouwen. Verbruiken worden maandelijks geregistreerd in E-Lyse, het energiemanagementsysteem van Fluvius. Het samenbrengen en nakijken van al die verbruiken was in het verleden best arbeidsintensief en gebeurde jaarlijks op niveau van een entiteit en tweejaarlijks op niveau van de organisatie. Met onze nieuwe rapportering wordt het samenbrengen van alle verbruiken alvast veel minder arbeidsintensief, wat ons in staat stelt om driemaandelijks te rapporteren, zowel op niveau van een entiteit als heel de organisatie. Het nazicht van de verbruiken blijft arbeidsintensief, maar gezien we nu driemaandelijks rapporteren, verwachten we dat de verhoogde aandacht ook de volledigheid en correctheid van de cijfers gaat verhogen.”
Meten is weten
Op welke manier gebeurt het verzamelen van alle energiedata? Wie speelt hier een belangrijke rol?
Wim: “De dataverzameling gebeurt deels manueel en deels automatisch. Meten is weten, maar meten kost ook geld en tijd. Dit moet in verhouding zijn met wat je ermee kan bereiken. We krijgen vaak de vraag om ‘alle’ meters te automatiseren, zodat men niet maandelijks op ronde moet om de meterstand op te nemen. Hierbij gaat men er vanuit dat je zo een ‘automatische’ meter plaatst en dat je er daarna niet meer naar moet omzien (om over je verbruiken te beschikken). Dat is echter niet zo vanzelfsprekend. Het digitaliseren op zich zorgt voor een bijkomende kost en tijdsbesteding. We hebben dus niet de doelstelling om 'alle' meters te automatiseren. Wel zetten we hierop in op plaatsen waar we ook met verhoogde aandacht naar de verbruiken kijken. Bijvoorbeeld de site De Nekker in Mechelen, waar we een OEPC contract (onderhoud- en energieprestatiecontract) hebben, of bij het nieuw provinciehuis waar we ook heel intens het energieverbruik opvolgen. Daarnaast is er de algemene omslag bij de facturatiemeters naar digitale meters, zowel voor elektriciteit, gas als water. Een groot aandeel van de hoofdmeters zal zo na verloop van tijd volledig digitaal worden. Deze meters hoeven dan niet meer manueel opgenomen te worden en geven bovendien meer info dan enkel maandelijkse gegevens.
Onze entiteiten zijn verantwoordelijk voor hun energieverbruik, ze betalen zelf de factuur en zijn ook verantwoordelijk voor het bijhouden en opvolgen van hun verbruiken. Zij zijn dus zeker de belangrijkste schakel in het verzamelen van de energiedata.
Een deel van de meters moeten zij natuurlijk niet zelf ingeven. Het gaat dan vooral om de meters van Fluvius (facturatiemeter). Heel wat van onze facturatiemeters worden immers maandelijks opgenomen door de netbeheerder of zijn telegelezen/digitaal. Die verbruiken voegt Fluvius toe, dus ook zij zijn hierin een belangrijke schakel. Als laatste hebben wijzelf een coördinerende- en informerende rol. We verzorgen het systeem, helpen problemen op te lossen en zorgen voor een overkoepelende rapportering.”
Hoe is het bestuurlijk niveau betrokken bij deze data?
Wim: “Dat gebeurt via de kencijfers van het Departement Logistiek die aan de deputatie worden voorgelegd. Het energierapport werd bij de lancering ook aan alle directies van alle provinciale diensten en entiteiten via het Managementforum toegelicht. Ook zullen deze data gebruikt worden door de sites in hun jaarlijkse ISO14001-rapportering en dienen deze data als basis voor de berekening van de CO2-uitstoot, afkomstig van ons energieverbruik, voor de opmaak van het tweejaarlijkse broeikasgassenrapport door de collega's van het Departement Milieu en Natuur. Beide worden eveneens gerapporteerd aan het bestuurlijk niveau.”
Kan ik (als lokaal bestuur) ook zelf zo’n energierapport opmaken?
Wim: “Dat kan zeker. Op zich kan je al heel veel met E-Lyse. Waarom dan nog iets daar bovenop? Wel, enerzijds willen wij ook het verbruik per departement en voor heel de provincie als geheel rapporteren, wat niet voorzien is in E-Lyse en anderzijds willen we onze doelstelling projecteren op de verbruiken. Dit kunnen we ook niet binnen E-Lyse. Dat zijn de voornaamste redenen waarom we een rapportering hebben gemaakt bovenop E-Lyse. De techniek die we gevolgd hebben, is de volgende. Als vertrekpunt gebruiken we een export van de maandverbruiken van al onze gebouwen uit E-Lyse. Deze export wordt ingeladen in het rapport met behulp van de Power Query-functies van Excel. Via de Power Pivot functies van Excel wordt het een dynamisch rapport. Het eindresultaat voor de gebruiker is een Excel met eenvoudig te gebruiken filters. Deze oefening is niet zo eenvoudig en vergt wel wat werk en heel wat kennis van Excel. Maar eens gebouwd, werkt het snel. Hierdoor is een nieuw kwartaalrapport voor 35 sites klaar in 30 minuutjes. Het resultaat is dan een dynamisch rapport met de cijfers, dus zonder bespreking van de cijfers, raadpleegbaar door iedereen binnen de organisatie.”
Wat zijn de eerste/meest voorkomende reacties van de collega’s sinds de lancering van de stroomomslag? Zie je al een effect?
Wim: “We hebben ons eerste rapport op 22 februari 2021 gelanceerd, dit rapport gaat over de data van 2015 tot en met 2020. Samen met de lancering hebben we hier ook enkele opleidingsessies over georganiseerd. Daarnaast zijn we van start gegaan met het gebruik van deze rapporten tijdens het structureel overleg dat het departement logistiek periodiek heeft met onze sites. De rapporten worden als gebruiksvriendelijk en verhelderend beoordeeld. Tijdens de eerste besprekingen met onze gebruiker kwamen ook meteen enkele aandachtspunten naar boven, het lijkt zijn doel dus niet te missen. Maar voor de echte conclusies is het natuurlijk nog te prematuur, die zullen we pas later kunnen trekken.”
Hoe kun je dit als bedrijf en particulier toepassen?
Hans: “Voor bedrijven met meerdere vestigingen denk ik dat de benadering van stroomomslag zeker interessant is! Voor bedrijven met slechts één vestiging, denk ik dat deze dezelfde benadering als voor particuliere woningen kunnen volgen.
Wat we aan particulieren steeds aanraden is om ook meer zicht te krijgen op hun verbruiken. De tip die we daar bij geven is om minstens maandelijks de energieverbruiken bij te houden. De eerste vraag die dan vaak naar boven komt is: ‘wat is een gemiddeld verbruik?’. Daarvoor verwijzen we graag door naar onze infofiche van energieverbruik.
Beter dan deze energieverbruiken in een schriftje bijhouden is om ze meer inzichterlijker te maken. Dat kan via online platformen zoals energieID of via de energieleveranciers. Het voordeel om het bij te houden bij energieID is dat jouw data ook nog beschikbaar is nadat je van leverancier overstapt.
De uitrol van de digitale meter kan hier zelfs een meerwaarde betekenen. Je hoeft niet meer zelf de metergegevens over te nemen. Dit kan automatisch gebeuren. Of je kan terecht op het portaal van Fluvius om inzicht te krijgen in je energieverbruik.
Nog een stap verder kun je gaan door de verbruiksgegevens te gaan ‘gebruiken’. Door je digitale meter slim te maken (www.maakjemeterslim.be) ga je toestellen gericht (en automatisch) laten werken op de beste moment. Dit kan zijn op moment dat je zelf energie opwekt. Of je kunt er voor zorgen dat je jouw toestellen automatisch na elkaar werken en zo al rekening houdt met het capaciteitstarief dat wordt ingevoerd vanaf 2022. Of je kunt energie gaan verbruiken wanneer deze het goedkoopste is. Meer info vind je in de infofiche energieverbruiksmanagers.
Beeld: elektriciteitskast - © Pixabay