7 januari 2019

Circulair gebouw: Gemeentehuis Brummen
Tijdelijke uitbreiding monumentale villa
Het gemeentehuis van Brummen is één van de allereerste moderne voorbeelden van een circulair gebouw. Het originele gemeentehuis bestond uit een monumentale villa en een aanbouw uit de jaren ’80 die aan vervanging toe was. Daarom besloot het gemeentebestuur van Brummen een aanbesteding uit te schrijven (Design & Build) voor de renovatie van de villa en de vervanging van de aanbouw. Uitgangspunten voor deze aanbesteding waren budget, duurzaamheid (niet expliciet circulariteit) en tijdelijkheid. Deze tijdelijkheid (20 jaar) was ingegeven door de veranderlijkheid in de grootte van gemeenten, maar ook door het budget en de onderhoudscomponent.
Gebouw als grondstoffendepot
In het ontwerp zijn een groot aantal principes van circulair bouwen toegepast. Zo is meer dan 90% van de materialen herbruikbaar. Ook werden een aantal materialen uit de gesloopte aanbouw hergebruikt. De stenen van de aanbouw zijn bijvoorbeeld verwerkt in de fundering van het nieuwe gebouw.
Daarnaast is de constructie ook zo opgezet dat alles weer eenvoudig uit elkaar kan worden gehaald. Samengestelde producten zoals gewapend beton zijn zoveel mogelijk vermeden. De draagconstructie bestaat voornamelijk uit houten onderdelen die licht overgedimensioneerd zijn om hergebruik te vergemakkelijken.
De gebruikte producten hebben ook allemaal een materialenpaspoort waarin beschreven staat welke materialen gebruikt zijn, hoe ze herwonnen kunnen worden en wie de eigenaar is. Bovendien hebben een aantal van de gebruikte producten een cradle-to-cradle certificaat.
Tenslotte is het gebouw zelf modulair opgezet op basis van standaard modules van 1,8m x 1,8m zodat het grondplan ook eenvoudig kan heringericht worden. Ook een aantal van de gebruikte materialen (bv. karton voor de balie bij de inkom en sommige wanden) maken aanpassingen eenvoudig.
Daarnaast is de constructie ook zo opgezet dat alles weer eenvoudig uit elkaar kan worden gehaald. Samengestelde producten zoals gewapend beton zijn zoveel mogelijk vermeden. De draagconstructie bestaat voornamelijk uit houten onderdelen die licht overgedimensioneerd zijn om hergebruik te vergemakkelijken.
De gebruikte producten hebben ook allemaal een materialenpaspoort waarin beschreven staat welke materialen gebruikt zijn, hoe ze herwonnen kunnen worden en wie de eigenaar is. Bovendien hebben een aantal van de gebruikte producten een cradle-to-cradle certificaat.
Tenslotte is het gebouw zelf modulair opgezet op basis van standaard modules van 1,8m x 1,8m zodat het grondplan ook eenvoudig kan heringericht worden. Ook een aantal van de gebruikte materialen (bv. karton voor de balie bij de inkom en sommige wanden) maken aanpassingen eenvoudig.
Consortium met circulair potentieel
Het gemeentehuis van Brummen werd gebouwd door een consortium van RAU architects, TurnToo en BAM Utiliteitsbouw. Vanaf de start van het ontwerp werden ook de verschillende leveranciers betrokken. Deze intense samenwerking op zich leidde al tot een kostenbesparing doordat kosten transparant werden gemaakt en er dus minder gelegenheid was voor leveranciers om hun prijzen op te drijven. Met deze leveranciers werd verder overeengekomen dat zij na 20 jaar de gebruikte materialen kunnen terugnemen.
Ook dit leidde tot een verlaging van de investeringskost omdat bijvoorbeeld de houtleverancier een korting toekende indien hij het hout na 20 jaar terug zou krijgen. Dit concept is ook de basis van het TurnToo business model. Het gaat ervan uit dat de gebruiker geïnteresseerd is in de functie van materialen en producten en niet in het bezit.
Helaas bleef het qua circulaire principes in deze aanbesteding bij een concept en intentieverklaringen. Doordat het hier immers ging over een Design & Build opdracht kon de terugnameplicht niet in het contract worden opgenomen omdat daardoor de aanbesteding herzien zou moeten worden en dat was juridisch gezien een probleem. Dus het zal pas in 2033 blijken of dit gebouw echt zijn circulair potentieel zal vervullen.
Meer informatie
inzending voor ARC 13 categorie Architectuur
Circulair product: Ricoh GreenLine
Maakbedrijf wordt circulair
Wanneer we spreken over circulaire businessmodellen, geldt Ricoh ongetwijfeld als schoolvoorbeeld onder de traditionele maakbedrijven die de transitie naar een circulaire aanpak succesvol hebben ingezet. Het geheim? Volgens Ricoh gaan circulariteit en winstgevendheid hand in hand! Niet alleen worden lege tonercartridges hervuld en bieden ze ‘pay-per-print’ aan binnen hun leaseconcepten, het bedrijf is zich al sinds 1994 bewust van hun materiaalgebruik dankzij het ‘Comet Circle’ programma. Zo probeert Ricoh volledige apparaten te hergebruiken. Wanneer dit onmogelijk blijkt proberen ze hetzelfde te doen met de onderdelen (remanufacturing). Recyclage wordt beschouwd als een ‘last resort’. Hoe slaagde een multinational als Ricoh erin dit programma wereldwijd uit te rollen, en wat kunnen we van hen leren?
Optimale beslissingen voor een optimaal hergebruik
Traditioneel wordt er in de print en document management sector vaak gewerkt met leasecontracten. Zo blijven veel apparaten eigendom van Ricoh en worden ze op het einde van het contract teruggenomen. Dit biedt heel wat opportuniteiten voor hergebruik en re-manufacturing. Zo zet Ricoh al meer dan 10 jaar gebruikte en opgefriste apparaten in hun GreenLine aanbod, een geslaagde poging om de negatieve perceptie rond ‘tweedehands’ apparaten te weerleggen. Naarmate deze productlijn aan populariteit won, rees de vraag hoe deze kon worden opgeschaald, en een breed gamma aan modellen kon worden aangeboden in meerdere landen.
De beslissing of een bepaald model al dan niet via het GreenLine kanaal aan de markt zal aangeboden worden, hangt af van een aantal factoren:
- Marktprijs: het introduceren van een GreenLine product in een marktsegment met erg scherpe prijzen maakt het moeilijker om te differentiëren op prijs
- Kwaliteit: in een markt met hogere kwaliteitseisen is het moeilijker om een hergebruikt product te introduceren
- Softwarecompatibiliteit: in een snel evoluerende markt is het uiteraard belangrijk dat de apparaten overweg kunnen met de nieuwste software
-
Beschikbaarheid van gebruikte apparaten: een typische uitdaging bij het sluiten van materiaal- en productcycli is het feit dat de markt rekent op een stabiele, kwalitatieve aanvoer.
Wanneer een model geschikt wordt bevonden voor de GreenLine lijn, wordt er via een weldoordachte procedure beslist wat er met een specifiek apparaat dient te gebeuren bij terugname. Op basis van de staat, de waarde van de onderdelen en de beschikbare voorraad van gelijkaardige apparaten wordt beslist of een apparaat wordt opgefrist en vervolgens opnieuw ingezet; of de onderdelen worden hergebruikt; of dat enkel de aanwezige materialen nog kunnen worden gerecycleerd omdat het apparaat einde leven is.
Nieuw aanpak, nieuwe uitdagingen
Hoewel het Ricoh ‘Comet Circle’ programma zeer succesvol is, stelt de uitrol ervan het bedrijf voor heel wat uitdagingen. Eerst en vooral worden niet alle Ricoh apparaten binnen een service contract ingezet. Ze zijn eigendom van de gebruiker of een derde partij, waardoor ongeveer 40% van de apparaten niet terugkeren naar Ricoh. Een tweede uitdaging is uiteraard de nood aan continue opvolging van de apparaten in de markt. Op die manier probeert Ricoh een duidelijk beeld te krijgen van de locatie, kwaliteit en winstgevendheid van elk individueel apparaat. Op basis van de contractduur kan vervolgens een voorspelling gemaakt worden van het toekomstig beschikbare aanbod aan herbruikbare apparaten. Dit gaat zo ver dat wanneer het voorraadniveau van bepaalde vlot herinzetbare modellen te laag is, er gerichte sales acties worden ondernomen om deze apparaten terug in de voorraad te krijgen door ze te vervangen door nieuwe apparaten. Tenslotte is er natuurlijk het gevaar dat Ricoh met het GreenLine aanbod zijn eigen markt voor nieuwe apparaten kannibaliseert. Om dit te voorkomen stuurt Ricoh continu zijn prijzen en marges bij om hier een uitgekiend evenwicht in te bereiken.
Bron: H. Lovins , E. Franconi en K. Webster, A New Dynamic 2 - Effective Systems in a Circular Economy, Ellen MacArthur Foundation Publishing, 2016.
Meer informatie
Om het GTI project ‘Bouwen aan een circulaire Kempen’ te realiseren ontvangt VITO – Kamp C – Möbius vanuit EFRO 111.924,62€ financiële steun.