26 maart 2019

In onze vorige blog zoomden we in op een eerste vorm van circulair aanbesteden, waarbij een Bouw Informatie Model (BIM) de rol van de hoofdaannemer overneemt. Deze keer komt de tweede variant aan bod: ‘Rapid Circular Contracting’ (RCC). Een circulair aanbestedingsmodel dat maximaal ruimte laat voor innovatie en creativiteit.
Circulair aanbesteden vormt de derde pijler van het circulaire bouwmodel. In tegenstelling tot bij een klassieke aanbesteding is bij een circulaire aanbesteding niet de prijs, maar wel de kwaliteit van het bouwproject doorslaggevend. Op die manier zit je niet met de negatieve gevolgen van concurreren op prijs en krijgen circulaire ambities, innovatie en creativiteit ruim baan. Rapid Circular Contracting (RCC), een variant van circulair aanbesteden ontwikkeld door Erick Wuestman, brengt die aanpak in de praktijk.
Programma van ambities
Bij RCC zijn wederzijds vertrouwen en een intensieve samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer – vaak een hoofdaannemer – cruciaal. Die eerste begint aan zijn aanbesteding door een Programma van Ambities (PvA) op te stellen: een document waarin hij in grote lijnen oplijst waar de focus van het bouwproject ligt, wat de ambities zijn en onder welke voorwaarden die gerealiseerd moeten worden.
De partijen die meedingen naar de opdracht zijn vervolgens vrij om de vooropgestelde ambities in te vullen met hun visie en ideeën. Die aanpak verschilt erg van een klassieke aanbesteding. Daarbij wordt er immers gewerkt met een gedetailleerd Programma van Eisen (PvE), waarbij de opdrachtgever de markt dwingt om met volledig uitgewerkte en becijferde oplossingen te komen.
Innovatieve oplossingen
RCC heeft twee belangrijke voordelen. Het bespaart alle betrokkenen in de eerste plaats veel tijd en geld. De opdrachtgever hoeft bijvoorbeeld geen uitgebreid bestek meer op te maken. Ook de kandidaat-aannemers sparen op hun beurt kosten uit, omdat ze geen oplossingen hoeven aan te reiken die zowel juridisch als financieel sluitend zijn.
De tweede troef gaat naar de kern van het RCC-model. Aangezien het PvA algemene doelstellingen vooropstelt in plaats van een dichtgetimmerd eisenpakket, kunnen de kandidaten hun kennis en expertise de vrije loop laten. Ze krijgen de ruimte om creatieve en innovatieve oplossingen aan te dragen die ze in grote lijnen toelichten. De opdrachtgever bekijkt de verschillende voorstellen en kiest de meest geschikte partner voor het vervolgtraject.
‘Circulaire dans’
In de volgende stap werken opdrachtgever en opdrachtnemer samen een ontwerp uit volgens de gestelde ambities. Dat gebeurt via een proces van co-creatie of, zoals Erick Wuestman het beschrijft, in een ‘circulaire dans’: “De ontwerpfase vormt het hart van de RCC-benadering. Experts en betrokkenen leren elkaar kennen, verkennen de ruimte, vinden het ritme, worden erin meegezogen en zetten uiteindelijk in volle vaart en met veel expressie iets heel fraais neer. Een aanstekelijk proces, dat voor alle betrokkenen een dansvloer creëert waarop geleerd, gecreëerd en geïnnoveerd kan worden.”
Aan het einde van de ontwerpfase stellen beide partijen een overeenkomst op waarin ze alle inzichten, afspraken, ontwerpen en meetbare prestatiedoelstellingen vastleggen. De overeenkomst geldt dan als referentie tijdens de realisatie van het gebouw.
Circulariteit als voorwaarde
De laatste fase van de samenwerking begint wanneer het gebouw het einde van zijn levensduur heeft bereikt. Op dat moment worden de bouwmaterialen voorbereid op een tweede leven, al dan niet als een ander product. Die circulariteit is bovendien opgenomen als voorwaarde in de overeenkomst tussen de twee partijen: opdrachtgever en opdrachtnemer gaan pas uit elkaar als alle onderdelen van het gebouw ontmanteld zijn en opnieuw ingebracht in een nieuwe kringloop.
Wist je dat het RCC-model niet alleen in de bouwsector wordt toegepast? Ook de inkoop van koffie en thee, of zelfs het onderhoud van een hele stadswijk kan circulair worden aanbesteed. Je leest er alles over in het e-book In transitie van Kamp C-directeur Peter-Paul van den Berg.