28 november 2018
De vorige keer heb ik het gehad over onze visie op de transitie naar een duurzame samenleving. Wat het wel en niet is en ook hoe we daar moeten komen. Ik gaf aan dat het belangrijk is om gewoon in beweging te komen. Dat betekent starten vanuit een betrekkelijk vaag omschreven doel en onderweg gewoon dingen te gaan experimenteren. Denk groot, maar begin klein. Veel megaprojecten verzanden namelijk in het vooraf exact willen definiëren en plannen van het project. En dat werkt niet bij transitieprojecten. In deze blog geef ik een voorbeeld van hoe het wel kan.
Proefproject de Ceuvel
In Amsterdam is al een paar jaar een proefproject voor circulaire stedelijke ontwikkeling aan de gang. Het proefproject heet De Ceuvel. De grote visie is dat steden in de toekomst vrijwel volledig zelfvoorzienend en circulair moeten zijn. Ze moeten onder meer zorgen voor hun eigen energie en het meeste voedsel wordt in de stad zelf of net daarbuiten geproduceerd. Er wordt geen afval geproduceerd, want alles blijft in de cirkel en wordt opnieuw gebruikt. Resten groente-, fruit- en tuinafval worden samen met de verzamelde urine en ontlasting van de burgers omgezet tot biogas voor lokaal energiegebruik en compost voor lokale bemesting. Apparaten worden niet weggegooid maar ontmanteld tot herbruikbare onderdelen en grondstoffen waarvan men dan weer lokaal nieuwe apparaten maakt. Dat ideaalbeeld bereik je nooit door vanaf scratch een compleet nieuwe stad te ontwerpen en te bouwen gebaseerd op die principes. Dat is zeer kostbaar en risicovol en het gaat geheid mis. Bij De Ceuvel hebben ze het anders aangepakt. De Ceuvel is ontwikkeld op een verlaten en vervuild terrein in de voormalige havens van Buiksloterham. Het is een initiatief van onder meer de gemeente Amsterdam en Metabolic, een consultancybedrijf op het gebied van duurzaamheid. De Ceuvel noemt zichzelf een speeltuin voor creativiteit en innovatie met als doel duurzaamheid bereikbaar, begrijpelijk en leuk te maken. Eerst hebben ze een aantal versleten woonboten opgekocht, op het land getakeld, omgevormd tot kantoortjes en werkplaatsen en die verhuurd aan startende bedrijfjes.
Vervolgens zijn ze gaan experimenteren met diverse soorten circulaire oplossingen, zoals composttoiletten. Welke werken technisch het best, welke zijn het meest gebruiksvriendelijk? Maar ook: hoe kun je drinkwater uit regenwater maken? Hoe kun je bouwafval omzetten in herbruikbare materialen? Ze hebben nu een biogasinstallatie, ze gebruiken zonnepanelen en ze hebben een kas waarmee ze gewassen ontwikkelen voor lokaal gebruik. Zo kwamen ze steeds weer een paar stapjes verder. Soms liepen ze aan tegen technische problemen, dan weer tegen wettelijke beperkingen. Daar gingen ze dan mee aan de slag om tot een oplossing te komen. Er was na een paar jaar zoveel praktische kennis en ervaring opgedaan dat de gemeente Amsterdam heeft besloten om van het complete oude havengebied Buiksloterham een duurzame woon- en werkwijk te maken gebaseerd op de bevindingen van De Ceuvel. Dat is het opschalen.
Wat ze daarnaast fantastisch hebben gedaan, is communiceren over het project. Ze hebben niet alleen rapporten geschreven en een website gemaakt, maar er ook een café neergezet zodat iedereen gewoon kon zien wat er gaande was. In de zomer komen daar zo’n duizend mensen per dag om duurzaam te eten en te drinken en om hun ogen uit te kijken. Ze hebben ondertussen diverse prijzen gewonnen en het project is zo’n beetje de hele wereld over gegaan. Eva Gladek van Metabolic was een van de trekkers van het project en zij wordt nu overal ter wereld gevraagd om te spreken over het verduurzamen van steden en stadswijken. En dat na een paar jaar van kleinschalig experimenteren. Echt een supermooi resultaat.