19 september 2019
Met de circulaire financiering zijn we toe aan de vijfde pijler van het circulair bouwen. Ik zie twee verschillende vormen van circulaire financiering. De eerste vorm is een financiële constructie die producenten moet helpen om de omslag van het klassieke en lineaire verkoopmodel naar het circulaire ‘product als dienst’ model te maken. Ik schreef over het model van product als dienst in de vorige drie blogs (zie hier, hier en hier). Bij de tweede vorm van circulaire financiering gaat om andere manieren van financiering dan de klassieke financiering via banken. In deze blog introduceer ik beide vormen nader.
Het tussenbedrijf
Eerder zagen we al dat voor het leveren van een ‘product als dienst’ organisaties een totaal ander business model moeten opzetten en ook de interne organisatie daarop volledig aanpassen. Voor bestaande producenten is die omslag vaak te radicaal en te riskant ook al geloven ze heilig in de toekomst van het product als dienst model.
Er is echter een oplossing mogelijk en dat is door een tussenbedrijf op te zetten dat de transitie naar het leveren van een ‘product als dienst’ als het ware voorfinanciert. Je kunt het zien als een soort buffer en het werkt als volgt. Een financiële partij zet een tussenbedrijf op en die koopt de producten rechtstreeks van de producent. De producent wordt netjes betaald en voor hem verandert er dus weinig. Het tussenbedrijf levert de aangekochte producten vervolgens als een dienst aan de consumenten die daarvoor een bedrag per maand of per jaar betaald. In feite kennen we die constructie al goed, want het lijkt heel erg op hoe een leasemaatschappij werkt. Zo’n klassieke leaseconstructie is een eerste stap in de goede richting maar het is niet volmaakt. De leasemaatschappij heeft namelijk de financiële expertise, maar niet noodzakelijkerwijs de productinhoudelijke expertise; in elk geval niet op de manier zoals Desso of Philips dat hebben over hun eigen producten. Ook de terugname van het product door de producent aan het eind van de levenscyclus is met de klassieke leaseconstructie niet gegarandeerd. Ik zie het echter toch als een stap in de goede richting, want de leasemaatschappij heeft wel de verantwoording voor het onderhoud van het product en is er dus bij gebaat dat het product zo duurzaam mogelijk is. Zij maakt het product dan wel niet zelf, maar ze kan de producent wel beïnvloeden om zijn producten duurzamer te maken. Want anders stapt de financier gewoon naar een concurrent die dat wel doet.
CESCo
Er is ook een constructie bedacht die nog een stap verder gaat. Erick Wuestman heeft het ontwikkeld en noemt dat een CESCo wat staat voor Circular Economy Service Company. Het is een constructie waarbij de producent op zijn minst mede-eigenaar is van het tussenbedrijf. In die constructie heeft het tussenbedrijf dus wel inhoudelijke kennis van het product, is terugname door de producent(en) aan het eind van de levenscyclus wel gegarandeerd en is het dus direct in het belang van de producent zelf om zijn product zo duurzaam mogelijk te maken. In een latere blog zal ik de CESCo wat ruimer bespreken. Een CESCo is misschien wel de ideale oplossing, maar ik zie elke stap vooruit als winst. Dus ik ben voorlopig ook tevreden met een gewone leaseconstructie.
Financiering zonder banken
Er zijn nieuwe vormen van financiering nodig in plaats van of in elk geval naast de financiering van banken. De banken staan vaak helemaal niet te trappelen om in nieuwe circulaire avonturen te springen zoals een CESCo. Ze kennen het niet en vinden het een te groot risico. Aan de andere kant is er geld genoeg beschikbaar in de economie. België is het land met zo’n beetje het meeste spaargeld per hoofd van de bevolking. Dat geld staat vaak te verpieteren op een bank tegen bijna nul procent rente. Waarom dat geld niet investeren in het financieren van de circulaire economie? Als de klassieke financiers er niet in willen springen, dan moeten er nieuwe financiers gaan opstaan. Ik ben geen financieel expert, maar ik zie dat er veel geld beschikbaar is aan de ene kant en aan de andere kant dat er veel geld nodig is om de circulaire economie aan de praat te krijgen. Daar moet toch iets op te bedenken zijn. Wat nu belangrijk is, is dat er partijen gaan opstaan die in dat gat durven te springen. Ik doe dan ook een oproep aan mensen en organisaties die hun financiële expertise durven in te zetten om de hoognodige transitie naar een circulaire economie in de bebouwde omgeving te ondersteunen. Wij komen graag met hen in gesprek.